Het judopak: Het judopak (“judogi”) is er in 3 soorten: • starter (dun) • training (dik) • wedstrijd (dik en gevoerd) In principe kan je met elk judopak aan wedstrijden meedoen. Als je vaker meedoet, is een dik (“training”) judopak aan te bevelen, omdat die minder snel stuk gaat. Een professioneel (“wedstrijd”) judopak is echt niet nodig; voor hetzelfde geld heb je meerdere dikke (“training”) judopakken. Judopakken heb je in twee kleuren: • wit • blauw Een wit judopak is de meest logische keuze. Een blauw judopak heb je pas nodig als je aan wedstrijden op nationaal niveau (Nederlandse kampioenschappen, Nederlands kwalificatie toernooi, Nationale judo league) mee doet. Als je een blauw judopak koopt, kan je dit alleen tijdens de trainingen / wedstrijden gebruiken, want tijdens een Zanshin judoband/slip examen moet je een wit judopak aan. Niet alleen vanwege de uniformiteit, maar ook om te voorkomen dat de tegenstander geen goede grip heeft, moet het judopak aan een aantal afmetingen voldoen. Omdat een judopak krimpt in de was (en de judoka groeit) dient dit goed in de gaten gehouden te worden. Bij JBN (Judo Bond Nederland) toernooien worden de judopakken regelmatig gecontroleerdHet voorgaande plaatje geeft aan wat de “officiële” afmetingen zijn. In de praktijk geldt: als de lengte van de mouwen en de lengte van de broekspijpen goed zijn, de rest ook goed is. Voor de lengte van de mouw geldt het volgende: • niet voorbij het polsgewricht • maximaal 5 centimeter boven het polsgewricht Voor de lengte van de broekspijpen geldt het volgende: • niet voorbij het enkelgewricht • maximaal 5 centimeter boven het enkelgewricht Voor de broekspijpen geldt bovendien: • geen externe omslag (een goed afgewerkte zoom aan de binnenkant mag wel) Voorgaande afmetingen gelden voor volwassenen; voor jeugdige judoka’s gelden “aan de lichaamsbouw aangepaste” afmetingen (maar welke die precies zijn laat de JBN in het midden).
Maak jouw eigen website met JouwWeb