Banden en slippen

Bij judo is er naast de wedstrijdsport nog een ander aspect waardoor de judoka zich kan onderscheiden nl. “Het behalen van een classificatie die de gevorderdheid van de judoka aangeeft”.
Er zijn vijf verschillende classificaties die we kyu s noemen. We kunnen deze kyu s beschouwen als leerling-graden. De laagste kyu is de vijfde kyu, daarna volgt de vierde kyu en zo gaat het verder naar de eerste kyu.

Nadat deze kyu s zijn doorlopen kan de judoka zich verder bekwamen voor de eerste dan(graad). Na de eerste dan komt de tweede dan, enz. Tot en met de vijfde dan wordt gehaald middels een technisch examen. Daarboven zijn het erepromoties. De grondlegger van het judo, Jigoro Kano, is in het bezit van de 11e dan.

De verschillende kyu s en dan s geven we aan d.m.v. de kleur van de obi (band).

5e kyu : gele band.
4e kyu : oranje band
3e kyu : groene band
2e kyu : blauwe band
1e kyu : bruine band

1e t/m 5e dan : zwarte band
6e t/m 8e dan : rood/wit geblokte band
9e t/m 10e dan : rode band
12e dan : brede witte band

Globaal gezien wordt er ieder half jaar een examen afgenomen. Het is voor kinderen niet mogelijk om zich binnen een half jaar zo te bekwamen dat er een volledig nieuwe kyugraad (band) gehaald kan worden. Judotechnieken zijn complexe bewegingen. Het op de juiste wijze uitvoeren van deze technieken vergt veel oefening. Er zou te veel tijd tussen de examens komen te liggen om de kinderen te blijven motiveren. Hierom is het slippensysteem ingesteld. Dit zijn als het ware tussenclassificaties. Het slippensysteem ziet er als volgt uit:

De beginnende judoka kan voordat de gele band wordt gehaald de volgende slippen halen:

Witte band met gele slip
Witte band met oranje slip
Witte band met groene slip
Witte band met blauwe slip
Witte band met bruine slip

 

Na het behalen van de gele band, wordt elke band eerst aangevuld met de slip van de daaropvolgende kleur.

 

 

Het knopen van de band kan op de volgende manier:

(op internet/youtube zijn verschillende manieren terug te vinden)